Schilderwerk

Sinds Hemelvaartsdag staat er een steiger bij ons huis. Hij is van een buurman en we lenen hem nu al negen weken. We gebruiken hem om ons huis te schilderen. En dat van de buurvrouw, dat eraan vastzit.
Onze kleine berging ruikt als een laboratorium. Op de werkbank staan verfblikken, kwasten in potjes, er liggen oude lappen en roerstokken. Op een schap ligt ook mijn schilders-outfit. Een paar oude schoenen met oude sokken en een paar versleten T-shirts, die wisselend dienst doen als kledingstuk of poetsdoek. En er ligt een korte broek, gescheurd en stijf van het vuil en de verf. Niet meer dan een gore lap met een riem. Ook al zou ik geen meter schilderen, alleen door de broek aan te trekken, weet ik dat ik straks onder de douche moet.
Verder zijn er de plastic emmers. Eén emmer is gestoffeerd met oude kranten. In het midden tussen de kranten is een ronde uitsparing, waar een verfblik in past. Op de rand van kranten kunnen de kwasten liggen. Verf en kwasten zijn zo goed te vervoeren, op de steiger te tillen en aan een keukentrap te hangen. Verder zijn er twee emmers met schuur- en afplakspullen en eentje met sponsen en borstels voor water en zeep.
We zijn negen weken geleden vol goede moed begonnen, maar nu voelen we de laatste loodjes. Als het de komende week niet te veel regent dan leggen we de laatste hand aan de voorkant van de tweekapper waar de laatste laag nog op moet. Volgend weekend zitten alle kozijnen en boeiborden weer strak in de lak. Dan is de eindeloze reeks lariks rabatdelen schoongemaakt, geschuurd, in de witte verfolie gegrond en uiteindelijk in de roodroze natuurverf gezet. Het huis zal glimmen als in een stripverhaal. De steiger kan terug naar de buurman. We kunnen alle materialen schoonmaken en de berging netjes opruimen. De gore lap kan eindelijk en onmiddellijk in de vuilnisbak.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.