Stoelendans

De stoelendans is een spel dat we speelden op kinderfeestjes. Iedereen kent het. Er is muziek. Je danst in een cirkel rond een verzameling stoelen, en zodra de muziek stopt, zorg je dat je zo snel mogelijk zit. Er is altijd één stoel tekort en dus staat er altijd iemand wat verloren om zich heen te kijken. Die valt af. De finale bestaat uit twee dansers en één stoel.
Ik speelde het spel voor het laatst diep in de nacht op een studentenfeestje en toen ging het er ruw aan toe. Dronken waren we, we vochten om een plekje en de stoelen vlogen door de kamer. De finale werd een handgemeen. De winnaar stond met een bloedneus boven op de laatste stoel.
De stoelendans is een metafoor. Het staat voor veranderingen in de top van een organisatie als bestuurders opstappen en anderen doorschuiven. Als de marsmuziek klinkt, begint de onvermijdelijke dans van macht en invloed. Deze week stond het nog eens in de NRC: ‘De ongekende stoelendans bij de VVD gaat door.’ Kamerleden worden bewindslieden, de eerstvolgende op de lijst wordt kamerlid en dan ineens neemt ook een oud staatssecretaris weer zijn zetel in. Er is zelfs sprake van zetelroof.
De stoelendans is een wreed spel. Het verdeelt het gezelschap in winnaars en verliezers, maar het echte drama van de stoelendans zit hem in de sociale uitsluiting. Als je niet op een stoel zit, hoor je er niet meer bij. Ineens sta je buitenspel, niemand kijkt meer naar je om en op het verdere verloop heb je geen invloed meer. Op het kinderfeestjes was de eerste die afviel ontroostbaar. De eenzaamheid was overweldigend. Gelukkig duurde dat nooit zo lang, want na elke ronde kwam er een lotgenoot bij. Uiteindelijk waren we allemaal verliezers. Op één na.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.