Karakter

Hoe komt een schrijver aan een goed karakter? Bijvoorbeeld een lange blonde vrouw met een iets te rond gezicht en een sinaasappelhuid, een mooie volle lach met kleine kuiltjes in de wangen. Niet dun noch dik, maar wel stevig, en lang dus. Als een Hollandse vrouw, die vroeger gevolleybald heeft met de meiden van de Mavo. Maar nu niet meer, nu ze nog net geen veertig is, en twee kinderen verder, twee en vier inmiddels. Zo’n vrouw dus, tamelijk gemiddeld, zoals je er veel tegenkomt in Almere. Optimistisch gestemd, niet moeilijk doen, maar wel streng voor zichzelf, natuurlijk, want ze wil niet verzuren of verslonzen. Of straks spijt hebben van haar leven. Als de jongste naar school is, gaat ze gewoon weer aan het werk. Met een beetje geluk is de crisis dan voorbij en heeft ze zo een baan. Zo’n Hollands type dus. Maar dan net iets spannender, want dit is tamelijk saai gemiddeld. Dus: achter deze gewoonheid zit een angstig geheim, waardoor ze snel schrikt bij een heftig geluid of een onverwachtse beweging. Ze slaapt slecht. Ze heeft geen nachtmerries, maar paniekaanvallen. Ze zit soms een hele nacht met een kopje thee in de keuken te wachten tot haar hartslag weer normaal is en ze niet meer hyperventileert. Op één zo’n nacht, terwijl iedereen slaapt, neemt zij iets waar, wat haar tot een kroongetuige maakt in een gruwelijke zaak in april 2013. Maar ze besluit te zwijgen. En omdat ze zo gewoon is, zoekt niemand daar wat achter. Zo’n karakter dus. Goed voor een paar pagina’s in een vuistdikke thriller. Hoe komt een schrijver daaraan?

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.