Voortuin

Ik kom er met de fiets langs en heb ze vorige week twee keer gezien. Een vrouw en een man in een voortuin. De voordeur staat wagenwijd open en ze scharrelen wat naar binnen en naar buiten. Hij rookt. Dat zal de reden zijn dat hij buiten staat. Hij ziet er stevig uit. Groot, dik, kalend. Een jas half open boven een oude spijkerbroek. Ik schat hem net over de veertig.
Haar kan ik moeilijker beschrijven. Ze loopt even naar buiten, zegt wat tegen hem en doet dan weer een stap terug naar binnen. Ze draagt een ruime jurk over een tenger lichaam, daaronder dikke sokken of een legging, en ze heeft lang ongekamd blond haar. Ze valt meer op door haar stem die luid is. Dankzij haar kijk ik hun kant op en zie ik ze in hun voortuin staan.
De man maakt een wat onhandige indruk. Hij staat daar maar wijdbeens in de vrije ruimte, voor iedereen zichtbaar. Hij leunt nergens tegenaan en lijkt ook nergens naar te kijken. Hij reageert wel meteen op zijn vrouw. ‘Houd toch eens je mond’, hoor ik, en nog iets er achteraan dat ik niet versta.
Terwijl ik verder fiets, hoor ik nog wel haar stem, maar niet wat ze zegt. Op mijn netvlies blijft het tafereel dat twee keer ongeveer hetzelfde was: een man en een vrouw ’s ochtends rond een uur of acht kibbelend in hun kleine verharde voortuin, in een straat langs het Gerrit Schultepad.
Er is niet veel fantasie voor nodig om te bedenken dat deze man nog niet zo lang werkloos is, verdwaald in de habitat van zijn vrouw. En zij is teleurgesteld en opstandig, met ineens een man over de vloer die haar in de wegloopt. Maar zo hoeft het natuurlijk helemaal niet te zijn.
Het verhaal kan heel anders zijn. Deze week zie ik ze bijvoorbeeld al niet meer staan. Zijn ze uit elkaar? Of zijn ze allebei weer aan het werk? Het was vorige week immers vakantie. Twee mensen in een voortuin van een huis in Almere. Daar zijn er veel van. De meesten ken ik niet.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.