Identiteit

Op een goede dag komt er een man bij de balie die zijn zoon komt aangeven. Hij vertelt wie hij is, Jasper van der Laan, laat zijn paspoort zien en dat van zijn vrouw, de moeder van het kind. Hij geeft het kind drie namen, die zijn afgeleid van twee opa’s en zijn broer, de kersverse oom. De roepnaam heeft daar niet zoveel mee te maken, maar die geeft hij ook: Youri.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kijkt in zijn systeem. Hij ziet dat alles wat de man zegt erin staat. Hij ziet de namen van zijn vrouw, zijn ouders en schoonouders, en zelfs van zijn broer. Alles klopt als een bus. Youri van der Laan wordt bijgeschreven in de landelijke Basisregistratie Personen. De vader krijgt de felicitaties, de papieren, een cadeautje voor de kleine, en verlaat het stadhuis.
Twaalf jaar later verschijnt er een jongen samen met zijn ouders aan de balie van hetzelfde stadhuis. De jongen stelt zich voor als Youri van der Laan en hij komt voor een paspoort. Dat is geen probleem. De ambtenaar constateert dat Youri in het systeem staat en dat hij twaalf jaar geleden is geboren. Hij vraagt de jongen naar zijn drie namen, hoe zijn ouders heten, waar ze wonen, maar dan is de identiteit van Youri genoeg getoetst en wordt het paspoort besteld.
Nu heeft Youri van der Laan een bewijs dat hij bestaat, een gecertificeerde identiteit. Hij kan gaan en staan waar hij wil. Hij kan zich inschrijven bij instanties, ergens gaan wonen, een uitkering aanvragen enzovoort.
Het is een waterdicht systeem. Er is alleen geen enkele zekerheid dat het lichaam dat na twaalf jaar aan de balie van het stadhuis verschijnt, ook echt de persoon is die twaalf jaar geleden is geboren.