Kapitein

Het stadhuis van Terneuzen ligt vlak achter de dijk als een schip op het droge. In de betonnen constructie zijn de bovenste verdiepingen herkenbaar als de stuurhut en de brug. De burgerzaal van het stadhuis zit op de negende, met een glazen wand en een balkon over de volle breedte, vanwaar je uitkijkt over de Westerschelde.
Het waait stevig op deze decemberochtend en af en toe slaat de regen tegen het glas. Een enkeling die zich buiten waagt, gaat snel weer naar binnen. Het stadhuis ligt vandaag met zijn kop in de wind, als een schip op volle zee.
De burgemeester van Terneuzen, Jan Lonink, heet het gezelschap welkom. Hij is enthousiast zoals een burgemeester hoort te zijn. Maar hij heeft het niet over onderwijs, of huisvesting of over cultuur. Hij heeft het zelfs niet over publieksdienstverlening, wat de grote gemene deler is van het gezelschap dat hier naar hem luistert.
In Terneuzen lijkt alles te draaien om de economie. Hij vertelt over het industriegebied en de grootste werkgever van de stad (Dow Chemicals). Over duurzaam ondernemen en het kassencomplex net buiten de stad, dat profiteert van de restwarmte. Over de grote zeesluis die gaat komen en over de directe scheepvaartverbinding Terneuzen-Parijs.
Zijn enthousiasme wordt gevoed door het uitzicht. Hij kijkt over de hoofden van zijn toehoorders heen naar de boten die af en aan varen. Grote containerschepen op weg naar Antwerpen, een enkele tanker en diepliggende kustvaarders vol vracht.
De woest ogende Westerschelde is de levensader van Terneuzen. Terwijl de wind aan het gebouw rukt, staat de burgemeester achter de katheder als een kapitein aan het roer. In Terneuzen heb je geen cartoonist nodig om de eerste burger te portretteren. Hier op de brug van het stadhuis kijkt de kapitein naar de einder.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.