Onderwijs

Vandaag start de nationale onderwijsweek met een congres in Almere. Het hoort erbij zo’n congres met als centrale vraag: hoe ziet de toekomst eruit? De titel van het congres doet dan wat ouderwets aan: Onderwijs 2.0. Dat soort titels had je vijf jaar geleden ook al. Alles wat 2.0 is, is inmiddels allang toe aan 3.0. Als je dat soort metaforen gebruikt, moet je ook het tempo van die branche aanhouden.
En dat is niets voor het onderwijs. Een paar jaar geleden was het onderwijs zelfs veranderingsmoe. Al die beleidsmakers en onderwijskundigen moesten niet steeds nieuwe concepten de klas ingooien; de juffrouw had haar handen vol om met steeds vollere klassen met steeds meer probleemkinderen tot een aanvaardbaar CITO-resultaat te komen.
Toch heet het congres Onderwijs 2.0, maar als je naar de twee belangrijkste sprekers kijkt, dan zie ik eerder een terugkeer naar de basis: aandacht voor het kind, onderwijs dat zich aanpast aan ieders niveau, ervaring als leermeester, en heel veel verbondenheid en betrokkenheid als essentiële randvoorwaarden voor leerwinst.
Dat vandaag ook Maurice de Hond in de zaal zit en met de Steve Jobs scholen het onderwijs voor de nieuwe tijd zal verkondigen, doet daar niets aan af. Een I-pad is maar een marginale vernieuwing en alleen een schitterend instrument als er een leerkracht bij is die zijn pedagogische talent ten volle weet te benutten. Gelukkig gaat het daar vandaag over. Weliswaar onder de titel Onderwijs 2.0, maar de essentie van onderwijs is geen spat veranderd en zo oud als de eerste lessen van Socrates.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.