Vriendschap

In het Italiaanse restaurant in Gauting, vlakbij München, zag ik hoe twee mannen elkaar kusten. Ze kusten elkaar op de wangen, terwijl ze elkaar stevig vasthielden. Het waren geen kussen voor de vorm, een beetje zwevend in de lucht, maar mannenkussen, waarvan ik ook het geluid kon horen.
Zo trokken ze mijn aandacht.
De ene man was misschien zestig. De andere man iets jonger. Ze zaten twee tafels verderop met hun vrouwen, van wie ik alleen de achterhoofden zag.
De oudere man had kort grijs haar, een symmetrisch gezicht, getekend door rimpels, maar opgewekt en ontspannen. Hij was de gangmaker van het gezelschap. Hij stelde vragen, reikte het eten aan, hij zei iets over de wijn, vroeg aan de anderen hoe het smaakte.
In zijn ogen zag ik de liefdevolle aandacht. En ik zag de kleine aanrakingen, waarmee hij zijn vriend bij het gesprek betrok. Een hand op de arm, een hand op de schouder, alsof hij steeds zeker wilde weten dat de ander er nog was.
De andere man was een kop groter. Hij had kort donker haar waarvan de grens al iets naar achteren schoof. Hij had donkerbruine ogen, die goedmoedig de wereld inkeken achter een klein kwetsbaar brilletje.
Als zijn vriend hem aanraakte, gaf hij licht.
Misschien kwam het door de ambiance, de joviale ober, het eten en de wijn, maar ik kon niet anders dan naar ze kijken. En in mijn verbeelding zag ik de lange geschiedenis van deze vriendschap, die moest zijn begonnen in hun jeugd. En hoe deze vriendschap uiteindelijk de maat van alle dingen werd. Voor beiden het ankerpunt van hun leven.
Het was de pure vorm. Ze vulde de ruimte en raakte iedereen aan.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.