Vluchteling

Onlangs, op een zaterdagavond, werd er bij ons aangebeld, terwijl ik net met een biertje naar het Bundesliga-voetbal zat te kijken. Onder protest kwam ik van de hoekbank en liep naar de voordeur.
Het was al donker. Pas toen ik het buitenlicht aandeed, zag ik dat er een jongen op de stoep stond. Hij was alleen en meteen toen ik de deur opendeed, stak hij van wal. ‘Goedenavond, meneer. Wat vindt u van Wilders?’
Daar had ik niet meteen een antwoord op. Dit is geen vanzelfsprekende openingszin en ik had helemaal geen zin in een politieke discussie. Gelukkig bleek het een retorische vraag, want hij wachtte niet op mijn reactie. Hij hield een betoog dat hij vanavond al een aantal keer had herhaald.
Terwijl ik luisterde, kon ik hem goed bekijken. Hij was misschien twintig. Hij was een kop kleiner dan ik, had lange blonde krullen en hij keek me tijdens het spreken met grote blauw-grijze ogen aan.
Ik luisterde beleefd. Dit was een jongen met een missie. Hij zette zijn vrije zaterdagavond in om door weer en wind langs de deuren in Almere Buiten te gaan voor de goede zaak. ‘Wilt u donateur worden van Vluchtelingenwerk Nederland?’
Nu ik al zolang naar hem had geluisterd, kon ik dat natuurlijk niet meer weigeren. ‘Wat kost dat?’, vroeg ik nog voor de vorm.
‘Tien euro!’, zei hij en hij haalde zijn formulierenboekje tevoorschijn.
Dat leek me wel een redelijk jaarbedrag en ik zegde toe. Ik vulde zelf de gegevens in, zette een handtekening en de jongen gaf mij een kopie van de machtiging. Daarna verdween hij in het donker. Toen ik de voordeur weer dichtdeed, zag ik pas dat ik had getekend voor tien euro per maand. Ach, het was voor de goede zaak.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.