Merel

‘Luister goed naar de merel’, zegt de achterbuurman, ‘je hoort hem waarschijnlijk voor het laatst.’ Hij legt mij uit dat een merel tot eind juli blijft zingen en er dan van de ene op de andere dag mee ophoudt.
‘Hoe weet de merel dat het eind juli is?’, vraag ik, onnozel als ik ben in de dingen der natuur.
‘De dagen zijn al weer flink korter en zijn hormoonspiegel verandert’, zegt de amateur ornitholoog.
Voor de meeste vogelsoorten is de zomer allang voorbij, laat ik me vertellen. Er zijn er zelfs al het land uit. Onze seizoenenklok van 21 juni tot 21 september doet er niet toe. Voor de zwaluw is het begin augustus vaak al mooi geweest. Dan trekt hij weer zuidelijker. Eén vertrekkende zwaluw maakt nog geen herfst, maar toch. Het is een veeg teken.
Voor mij zijn het niet de dagen die korter worden, maar de geur die het einde verraadt. Hoe hoog de zon ook aan de hemel staat, het bederf zit in de lucht. De laatste armetierige aardbeien zijn voor de slakken. Er hangen rotte pruimen aan de boom of ze liggen er onder. Alles wat fris was in het voorjaar, is inmiddels alweer verlept en uitgebloeid. Boeren oogsten en de omgewoelde aarde dampt. Straks komen de wespen.
Augustus is een maand die melancholisch maakt. Kinderen blijken ineens een kop groter en beginnen aan een nieuw schooljaar. Het voetbalseizoen begint weer. Als iedereen van vakantie terug is, draait de samenleving weer op volle toeren.
De zomer is niet oneindig. De merel zingt al niet meer.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.