Luiken

Laatst zag ik oorlogsbeelden uit Syrië. Een hittezoekende raket boort zich in een rijdende pantserwagen en ontploft. Wie er ook in zat, ze hebben het niet overleefd. Het is een schokkend beeld dat niet zomaar van het netvlies verdwijnt. Het is voor mij onvoorstelbaar hoe het is om midden in een oorlog te zitten en elke dag je angst te moeten overwinnen.
Mijn angsten gaan nooit over leven en dood. Ze gaan altijd over tekort schieten, afwijzing, eenzaamheid, verliezen en falen. Angst kan me zomaar te pakken krijgen. Meestal in een groot gezelschap. Dan merk ik ineens dat ik er niet bij hoor. Iedereen heeft aan een half woord genoeg, maar ik begrijp het niet. Grappen gaan aan mij voorbij. Ik heb niet hetzelfde meegemaakt, weet er niets van. Ik vermoed onzichtbare codes voor wat wel of niet gezegd kan worden, wat betamelijk is en wat niet. En ik ken die codes niet. Luiken gaan open naar gezelschappen uit het verleden: schoolklassen, jeugdkampen, boerenfamilies.
Ergens bij mij middenrif verkrampen spieren. Iets grijpt me bij de keel en beneemt me de adem. Mijn handen zijn constant in beweging. Als ik spreek, spreek ik snel en maak ik er maar kwinkslag van. De stem trilt en slaat over. Mijn ogen schieten alle kanten op. Het lijf is niet meer onder controle. En alleen de gedachte al dat dit hele gezelschap dat weer aan mij kan zien, versterkt het ongemak.
Als er een pauze in het programma zit, verlaat ik onmiddellijk de bijeenkomst. Terug naar een veilige plek, naar mijn eigen habitat. Daar kom ik op adem. Geleidelijk komt de gedachtenstroom tot stilstand. De luiken gaan weer dicht. De angst verdwijnt. Hoe ouder ik word, hoe minder het voorkomt, maar ik kan mezelf nog steeds verlammen. Daar is eigenlijk niet veel voor nodig.

Naschrift: ik was niet van plan hierover te schrijven, maar soms ontstaat er iets buiten mij om. En dat is eigenlijk ook de essentie van dit verhaal.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.