Drentelen

Van verschillende kanten krijg ik het zorgelijke verwijt dat deze blog wat neerslachtig wordt. ‘Je kunt merken dat je een week alleen bent’, zeggen vrienden op Facebook. Ik ben me daar niet van bewust. Onderwerpen komen en gaan. Soms is het serieus, zoals gisteren, of zwaar op de hand zoals eergisteren of ernstig verontrustend zoals de dag ervoor. De wereld is zoals je je voelt, is de bekende verklaring. Maar ik voel me prima. Ik eet hoogstens wat slechter, maar ik drink een stuk minder. Ik slaap wat onregelmatig, maar de stoelgang is juist uitstekend. Er is niets met mij aan de hand.
Er is wel onrust, want niets spreekt deze week vanzelf. Ik moet steeds nadenken over de volgorde der dingen. ’s Ochtends gaat het nog wel: opstaan, ontbijten, douchen, naar het werk, maar als de vrije tijd begint dan raak ik onthand. Er is niemand anders die zegt hoe laat hij thuis is, of wat er gegeten wordt, of iets voorstelt: ‘zullen we samen dit of dat?’ Ik mag alles zelf beslissen.
Ik betrap me erop dat ik drentel. Een vorm van voortbewegen waarbij ik halverwege vergeet waar ik heenging. Zo loop ik met oude kranten naar de bijkeuken, struikel over lege flessen, die ik naar de berging breng, waar ik een kartonnen doos zie, die ik toevallig goed kan gebruiken op de werkkamer, waar ik eerst de kleren opruim die daar overal liggen, waarna ik mezelf met de wasmand naar beneden zie lopen om de was te gaan doen, enzovoort.
Zo drentel ik door het huis, de trap op en weer af, naar buiten en weer naar binnen, geen enkele kans om rustig op een stoel te zitten. Het huis is helemaal aan kant. Dat wel.
Nee, maak je geen zorgen. Het gaat prima met mij.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.