Weddenschap

Op de dag van zijn 25-jarig huwelijk kreeg mijn vader een bos gele chrysanten van een grote blonde man in een bestelbus. Ik stond buiten Het Trefpunt in Luttelgeest, waar de receptie was, en nam de bloemen in ontvangst. De man kwam niet naar binnen. Hij zei alleen maar: ‘Wil je dit aan je vader geven?’
‘Van wie kan ik zeggen dat het is?’
‘Zeg maar dat hij de weddenschap gewonnen heeft, dan weet hij het wel.’
Even later gaf ik de bloemen aan mijn vader en zei erbij wat de man gezegd had. Mijn vader keek me boos aan. ‘Zei hij niet wie hij was?’
‘Nee, u zou wel weten waar het om ging’, zei ik.
Mijn vader draaide de bos chrysanten in zijn grote handen, om te zoeken naar een kaartje, maar dat zat er niet aan. ‘Het was een weddenschap’, zei ik nog maar eens, alsof ik precies wist waar het over ging. Ergens in dat gegroefde gezicht zag ik een kleine verandering, een herinnering of een inzicht, maar meteen trok hij zijn gezicht weer in de strengste plooi. ‘Nou, zet ze maar bij de andere bloemen.’ Hij gaf ze terug en liet zich toen graag afleiden door één van de receptiegangers, die hem wilde feliciteren.
Ik heb hem er daarna nooit meer over gehoord. De chrysanten waren van een povere kwaliteit en waren nog eerder dan de andere bloemen van de receptie, verwelkt en verdwenen. Er waren van deze anekdote al gauw geen sporen meer. Ik ben zelfs de enige die er kennis van heeft, want ik geloof niet dat ik het ooit aan een ander dan mijn vader heb verteld.
Ik was twaalf en wat konden mij die bloemen verder schelen, maar nu denk ik er 39 jaar later ineens aan terug. Zomaar, zonder enige aanleiding. Het is zo’n herinnering waar kop noch staart aan zit. Het laat ruimte voor tal van fantasieën over mijn vader, zijn vriendschappen, een verborgen geschiedenis, een familiegeheim, maar het is te laat om het nog uit te zoeken en mijn vader heeft het verhaal meegenomen in zijn graf.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.