Speech

Minder dames en heren.
Minder man. Minder vrouw. Minder ruzie. (langzaam met veel nadruk)
Minder mensen. Minder buren. Minder lawaai. (pauze)
Minder fouten. Minder vuil.
Minder roken. Minder drinken. Minder vet.
Minder zitten. Minder tv. Minder moe. Minder slap. (vuist gebald)
Minder honden. Minder blaffen. Minder haren.
Minder auto. Minder scooter. Minder duif. Minder meeuw.
Minder vliegen. Minder schimmel.
Minder regen. Minder koud. Minder wind. (klein applaus)
Minder waardig. (weer applaus)
Minder snel. Minder haast. Minder slachtoffers.
Minder angst. Minder dogma’s. Minder haat. (voer tempo op)
Minder serieus. Minder koppig.
Minder blond.
Minder koffie. Minder alleen. Minder eenzaam. (staccato)
Minder dwars. Minder jaloers. Minder boos. (op het ritme van het publiek, en zo door…)
Minder onverschillig. Minder passief.
Minder woorden.
Minder zinnen.
Minder blogs.
Minder minder.
MINDER. (klap in je handen)
MINDER. (allemaal samen)
MINDER! MINDER! (bis)
(wacht op de fade out… en maak het rustig af)
Dan ga ik dat regelen. (let op: glimlach en oogcontact!)
Dank u wel.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.