Haiku

Ik heb één lezer die af en toe eens een verzoek doet. ‘Kun je niet eens iets schrijven over de komma?’, vroeg hij, en dat heb ik toen een half jaar geleden gedaan. Onlangs had hij weer een verzoek. Of ik iets over de haiku kon schrijven. Dat is een Japanse dichtvorm, waar hij zich zelf ook regelmatig over boog. Vroeger heb ik me ook wel eens aan de haiku gewaagd. Het is niet zo moeilijk. Je moet gewoon lettergrepen tellen. De eerste regel bestaat uit vijf, de tweede uit zeven en de laatste weer uit vijf lettergrepen. Na drie regels ben je klaar. Volgens Wikipedia legt de haiku een ‘ogenblik ervaring’ vast met ‘een vingerhoed vol emotie’.
Ik herinner me van school nog dat een haiku over een natuurverschijnsel moet gaan en dat in de laatste regel een wending moet zitten die je niet ziet aankomen. Bijvoorbeeld:
Weiland in nevel.
Schapen in het schemerlicht.
Een vogel vliegt op.
Je ziet het: het is zo verzonnen, maar het is niet gauw goed. Kun je de vogel nog een verrassende wending noemen, een vingerhoed vol emotie is te veel eer.
Het is Japans. Het past in het rijtje van Samoerai, Japanse tuinen en Bonsai. Een haiku is een verstilde ervaring, het nodigt uit tot beschouwing en contemplatie. Het is waardevrij, alleen een observatie, meer niet. De diepere betekenis komt pas te voorschijn na een lange meditatieve zit.
Het weiland is bijvoorbeeld je verleden of je herinnering daaraan, de schapen je dromen van weleer of je levenservaring, en in de vogel die opvliegt, zit misschien de kracht van het leven of het verlangen naar vrijheid. Wat maar op de bodem van je eigen vingerhoed vol emotie wordt geraakt en naar boven wordt gehaald. In de ogenblik-ervaring zit alleen je eigen verhaal.
Het is lekker kort.
Na drie regels ben je klaar.
Dit is de laatste.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.