Brug

Op de laatste brug van het Gerrit Schultepad, bij de overgang van de Eilandenbuurt naar de Stripheldenbuurt in Almere Buiten, staat een man. Het is tegen tienen in de avond en het is donker. Ik zie hem pas als ik er al bijna voorbij ben. Hij staat met zijn rug tegen de reling geleund, aan de linkerkant van het fietspad. Ik zoek in zijn nabijheid naar een hond, maar die is er niet.
De man staart over het water naar het oosten, langs de vrijstaande huizen van de Madagaskarstraat met de typisch gekromde daken en de houten gevels in verschillende kleuren. Ik kijk ook even naar rechts om te zien wat hij ziet, maar mij valt niets op. Daarna kijk ik naar hem en zie zijn bleke gezicht dat zonder uitdrukking is. Hij geeft me niet het idee dat hij mij opmerkt. En dan ben ik er al voorbij.
We leven in een vrij land. Iemand kan zomaar ergens staan en naar eigen believen in welke windrichting dan ook staren. Ook als is het tien uur in de avond en ligt de rest van Almere in een zithoek voor de tv. De man staat op de brug en bestudeert het donker en het niets. Misschien heeft hij er reden toe, is er iemand dood of is hij door zijn vriendin verlaten. Of er is juist iets moois gebeurd: een baan, een eerste kind, een nieuw huis. Iets wat hij even moet verwerken.
Want wat doet iemand in zijn eentje op een brug? Natuurlijk. Bedenken hoe alles altijd stroomt, verlangen naar de overkant, of zich herinneren wat ooit was. De brug is een metafoor voor een grens die wordt overschreden, van een overgang van het één naar het ander, van een verbinding tussen oud en nieuw.
Heel soms staat de brug voor wanhoop, maar deze brug, tussen de Eilandenbuurt en de Stripheldenbuurt, is daarvoor te laag.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.