Zwart

‘Waarom schrijf je dat die man zwart is?’
‘Ik kan er niets aan doen. Het was een zwarte man.’
‘Schrijf dan gekleurd, of zo, of getint.’
‘Waarom?’
‘Zwart klinkt een beetje…’
‘Racistisch?’
‘Ja, nou, ik weet niet.’
De discussie aan de ontbijttafel stokt.
Ik schreef gisteren dat de man groot en zwart was. Dat was makkelijker voor een snel beeld dan andere kenmerken, zoals kort haar, een spijkerbroek, een rode jas. Kenmerken die er ook allemaal niet toe deden maar anders had ik geen verhaal.
Zwart is natuurlijk niet precies genoeg. Beter was: ‘Ik zag een grote donkerbruine man…’ En om misverstanden te voorkomen had ik er bij kunnen schrijven dat het om zijn huidskleur ging en niet om zijn haar. Lui en slordig was het, maar was het ook racistisch?
Omkering helpt in dit soort situaties. Als de man blank was geweest, had ik dat dan ook opgeschreven? Ik denk het niet. Min of meer onbewust vond ik zwart relevant in dit verhaal. Dat betekent dat ik andere associaties heb bij een zwarte man dan bij een blanke man en dat ik denk dat de lezer dat misschien ook heeft. Nu voel ik nattigheid. Deze blog zal niet in mijn voordeel eindigen.
Zwart staat alleen maar tegenover blank in het onderscheiden van bevolkingsgroepen. Zo blank is een blanke helemaal niet. Hij is eerder roze, lichtbruin of grijsbleek. Noem je iemand zwart of blank, dan zeg je niet hoe hij eruit ziet, maar dan zeg je bij welke groep hij hoort, van welk ras hij is. Een onderscheid maken op basis van huidskleur is niet erg, maar op basis van ras wel. Daarom had ik beter getint, gekleurd of donkerbruin kunnen schrijven. Ergens diep in mij zit taal, die anders is dan ik bedoel. Als ik even niet oplet dan komt die taal tevoorschijn. Taal die mij verraadt. Dus toch.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.