Weemoed

Het Paleis van de Weemoed aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam ziet eruit als een circustent uit de jaren twintig, met donkerhouten lambriseringen, rode pluche gordijnen, geslepen spiegels en glas in lood. De tafeltjes staan dicht op elkaar en zijn tijdens het kerstdiner op Tweede Kerstdag allemaal bezet.
Op ons tafeltje van vier, dichtbij het geïmproviseerde podium is ook weinig plaats meer. Een wijnkoeler, wijnglazen, waterglazen en een karaf, een versiering met een kerstbal en voor ieder van ons een bordje voor het brood en vijf paar bestek. De menukaart belooft ons een zevengangenmenu met zalm, kreeft, fazant, kaas en chocola.
De obers lopen rond in klassiek wit met een rode strik, behalve de lange slanke gastheer, de baas van het stel, die een zwart rokkostuum draagt met glitters. Met een brede glimlach serveert hij uit en ondertussen houdt hij zijn restaurant in de gaten. Als hij ons een tweede fles wijn brengt, heeft hij een hoge hoed op.
Na het voorgerecht komen de artiesten. De pianist is gekleed als de Kerstman, de drummer heeft een kerstboom op zijn hoofd en de zangeres is een zilveren kerstbal. Ik zit er met mijn neus bovenop en ik zie de rafels van haar jurk en hoe in de broek van de Kerstman een vlek zit. De drummer speelt ook trompet. Hij perst de melodie van het tweede nummer eruit. Zijn hoofd is rood aangelopen als hij klaar is. De pianist kijkt hem bezorgd aan.
Ze komen terug na elke gang, in steeds een nieuwe outfit. We zien in de loop van de avond de Ice-man, Marlene Dietrich, Aladin, een kameel, er is een kerstquiz en een meezingfinale. Ondertussen tafelen wij van gestoofde kalfswang naar rilette van konijn richting het grande dessert. In het Paleis van de Weemoed gaat de wijnfles nog eens rond.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.