Vrijheid

De vrouw kwam samen met haar dochter het stembureau in Almere-Buiten binnen. Ze was klein van stuk en een beetje gezet. Ik dacht meteen: Russisch of Oost-Europees, met misschien een beetje zigeunerbloed. Haar dochter, modern Almeers, duwde haar moeder een beetje voor zich uit richting de tafel met de drie grijze mannen. De vrouw had maar één stempas bij zich. Ze mocht alleen voor het waterschap stemmen. Zonder iets te zeggen legde ze hem op tafel en keek ondertussen even over haar schouder naar haar dochter op zoek naar goedkeuring.
In het stemhokje vouwde ze het stembiljet helemaal uit. Even tilde ze het op alsof ze het tegen het licht hield en draaide het stembiljet om en weer terug om te zien of alles niet toevallig op de kop stond. Haar dochter was inmiddels in het hokje naast haar gaan staan en de vrouw vroeg haar meteen om advies. De voorzitter greep in. Dat was niet de bedoeling. Hij richtte zich tot de dochter: ‘Ze moet echt zelf haar stem uitbrengen.’
Het was duidelijk dat de vrouw geen letter begreep van het stembiljet. Ik vroeg me af of ze zich samen met haar dochter van te voren verdiept had in de acht partijen waarop ze kon stemmen. Misschien wist ze beter dan ik het verschil tussen Water, wonen en natuur en Werk aan water. Ik kon het haar niet vragen. Uiteindelijk maakte ze een hokje rood en bracht ze haar stem uit.
De meeste Nederlanders haalden gisteren de schouders op over hun stemrecht. Velen kwamen niet opdagen en sommigen die wel kwamen, stemden alleen voor de provincie. Maar deze vrouw zal ooit, zo bedacht ik me, ergens ver weg in een obscuur land achter de Balkan, hartstochtelijk hebben verlangd naar vrije verkiezingen. Misschien had ze er haar hele leven wel voor gevochten. En nu was het zover. In Nederland had ze het recht in alle vrijheid haar stem uit te brengen. En al was het maar voor het Waterschap Zuiderzeeland, die vrijheid vierde ze.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.