Verschuiving

In de loop van de zondagmiddag begin ik. Tussen de bedrijven door maak ik lijstjes, stuur ik kattebelletjes en af en toe heb ik een ingeving die ik meteen opschrijf. De zondagmiddag is een rustig aanloopje om op maandag een vliegende start te maken. Als ik op maandagochtend pas begin, loop ik achter de feiten aan en daar heb ik de rest van de week last van.
Ik heb niet de enige. Van een paar collega’s kreeg ik gisteren meteen antwoord op mijn vragen. Die waren ook aan het werk, of ze zaten net als ik met een half oog naar de tv te kijken, terwijl ze op de bank hun mail doornamen. Heel soms durft een collega het aan om gewoon te bellen op zondagochtend. Ik kreeg vorige week wel eerst een smsje met de vraag of dat kon, maar daarna hebben we elkaar een half uur aan de lijn gehad. Zo’n lang telefoongesprek zou op een doordeweekse werkdag nooit gelukt zijn. De week is vaak te vol om even rustig te praten of een stukje te schrijven.
Gisteravond tegen tienen was ik door mijn mail heen, maar vanochtend om half zeven zag ik dat er alweer nieuwe berichten waren. Eén van mijn collega’s had nog na middernacht een mail gestuurd. En dat was niet even een klein dingetje maar een stevig verhaal, wat hem waarschijnlijk de hele avond heeft beziggehouden.
Ik kijk er niet meer van op. We beginnen tegenwoordig allemaal op zondag. Ergens halverwege de vrijdagmiddag houden we er mee op. Dat dan weer wel. Aan de achterkant gaan er uren af, aan de voorkant komen er uren bij. De werkweek verschuift, als een wandelend eiland in een zee van tijd.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.