Schoolreisje

Op het station Almere Oostvaarders staan twaalf meiden op de trein te wachten. Ze zijn zo rond dertien jaar, schat ik. Ze hebben lange haren, grote tassen, make-up soms, strakke broeken en laarsjes of sneakers. Ze staan dicht op elkaar en raken elkaar voortdurend aan.
Op een bankje op het perron zitten een grote donkere vrouw en een wat kleine kale man met een bril. Het blijken de begeleiders. De vrouw zegt: ‘Saffiera, stop je mobieltje nu even weg.’ Het meisje kijkt haar aan met haar grote bruine ogen. ‘We gaan naar Amsterdam, voor je het weet ben je hem kwijt.’ Saffiera blijft een tijdje staren naar haar roze mobieltje, alsof ze nu al treurt om het verlies.
Dan bedenkt de vrouw zich dat dit een mededeling is voor iedereen. ‘Luister eens meiden’, begint ze en ze komen als een koppel ganzen om haar heen staan. ‘Stop allemaal je mobieltje op een veilige plek in je tas.’ De meiden tillen hun tassen op, en rommelen met ritsen en riemen. ‘Wat is een veilige plek?’, vraagt de kleinste van het stel. De anderen bewonderen haar. Ze stelt altijd vragen waar zij niet opkomen.
‘Ik vind het onhandig’, zegt het meisje met een grote bos krullen, ‘ik doe hem in mijn jaszak?’ Dan bemoeit de man zich ermee: ‘Kun je die zak wel afsluiten?’ Zij wijst hem op de losse klep. ‘Dat is niet veilig’, zegt de man. ‘Als je straks in Amsterdam loopt, dan kan iemand hem zo pakken. Doe hem toch maar in je tas.’
Dat wordt nog een hele reis, denk ik, als ik samen met de meiden in de trein stap. De groep loopt de volle trein door op zoek naar een plek voor twaalf meiden. De twee begeleiders lopen er geduldig achter aan.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.