Masseur

Eens in de veertien dagen ga ik naar een sportmasseur in de Stripheldenbuurt in Almere, bij mij om de hoek. Hij is eigenlijk een werkvoorbereider in de bouw, maar de aannemer heeft hem ontslagen toen de crisis toesloeg. Van zijn bijbaan bij de voetbalclub heeft hij zijn hoofdbaan gemaakt en nu masseert hij aan huis allerlei types, die iets aan sport doen, waaronder ik.
Aan de straatkant heeft hij een klein kamertje van ruim twee bij twee, waarin hij een massagetafel heeft gezet. In een open kast liggen allerlei stenen, geurtjes, rozenblaadjes, en handdoeken. Er hangen instructieposters aan de muur met ‘Het Skelet’ en ‘De Spieren’, en namaakschilderijen van een Lotusbloem en een Boeddha. Zijn Iphone staat in een docking station en speelt esoterische muziek die hij van Youtube haalt. Het ruikt naar massageolie of is het toch wierook?
Een uur lang lig ik op mijn buik en kijk ik door een gat in de tafel naar de vinylvloer met een tegelmotief, terwijl hij de achterkant van mijn benen onder handen neemt. Hij begint altijd met het linkerbovenbeen en eindigt een uur later met een massage van de rechtervoet. En dan heeft hij alles daartussen gehad. Hij vertelt ondertussen verhalen, want hij maakt altijd van alles mee.
Ik onderbreek hem af en toe met gekreun, wat betekent dat hij iets te pakken heeft. Een verkleving, een verrekking, een verdikking, een beschadiging, een ophoping. Ik weet dat hoe harder ik kreun, hoe meer aandacht hij eraan geeft, maar het lukt me niet de pijn te verbijten. Soms schreeuw ik het uit en dan wring ik mij in allerlei bochten om aan zijn handen te ontsnappen.
The new age muziek en Boeddha ten spijt, toont hij weinig mededogen. De hele entourage kan niet verhullen dat ik een massage krijg van een bouwvakker.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.