Los

Het is ’s ochtends vol op het Gerrit Schultepad in Almere Buiten. Het is niet alleen een fietspad maar ook de looproute van schoolgaande kinderen met hun vaders en moeders. Met dit mooie voorjaarsweer fietst en loopt iedereen. Voor me rijdt een moeder met naast haar een blond meisje op haar kleine roze fiets. Als het meisje wat tegen haar moeder zegt, begint ze meteen te slingeren, waarop de moeder haar even vastgrijpt. Het meisje wil dat eigenlijk niet en dus laat haar moeder haar weer los. Ze kan heel goed fietsen, vindt ze zelf, dus vrolijk slingerend peddelt ze voort.
Vanwege de tegenliggers kan ik even niet inhalen, dus ik pas mijn tempo aan en zit zo geruime tijd in het kielzog van moeder en kind. De moeder vraagt het meisje het stuur recht te houden. Dat lukt pas als het meisje niet met haar moeder praat. Ze kijkt niet meer naar haar moeder en concentreert zich op haar stuur, dat ze stevig vasthoudt.
Als we in de buurt van de busbaan komen, valt haar niet op dat de bellen rinkelen en het stoplicht op rood springt. Haar moeder begint te remmen, maar haar dochter niet. Ze lijkt wel in trance. Ze fietst in hetzelfde tempo door. Ik begin te roepen: ‘Stop! De bus.’ Ook andere mensen roepen haar toe. De moeder gilt. De bus gaat boven op de rem en komt slippend aan glijden. Het meisje gooit op het allerlaatste moment haar fiets dwars en valt op het asfalt.
De bus staat stil, iedereen staat stil. Enkele seconden lijkt het tafereel bevroren. Dan krabbelt het meisje overeind en huilt van de schrik. Haar moeder springt van haar fiets, loopt naar haar dochter en trekt haar tegen zich aan. Ik pak de kleine roze fiets van de busbaan en zet hem tegen een lantaarnpaal. De bus trekt op, iedereen fietst en loopt weer verder. Ook de moeder en het meisje stappen weer op. Ze laat haar kind voorlopig niet meer los.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.