Hijskraan

Op zondagochtend rijden wij over de A6 vanaf de meest noordelijke afslag, Almere Buiten-Oost, tot aan de Hollands Brug. Op de bijrijdersstoel kijk ik uit over heel Almere, van de Stripheldenbuurt tot aan het Almeerderstrand. Ik zie de vertrouwde Rode Donders, als de poortwachters van Buiten. Ik zie de vliegende schotel van de Brandboxx en de toekan van het Almere hotel. Bij het Floriadeterrein bewonder ik de skyline van Almere, weerspiegeld in het Weerwater. Ten slotte kom ik langs de grote zwarte doos van de Topsporthal en zie ik in de verte de haven van Marina Muiderzand.
Dit is de meest uitgestrekte en naar verluid de snelstgroeiende stad van Nederland. Ruim vijftien kilometer snelweg om me te concentreren op de bouwplaatsen en het aantal hijskranen dat ik boven de huizen moet zien uitsteken. Overal kan immers gebouwd worden in Almere. Langs de Evenaar en in het Centrum van Buiten, aan de andere kant van de A6 in Nobelhorst, sinds kort ook weer in Almere Haven en ten slotte in het meest bouwrijpe deel van de stad: Almere Poort.
Maar ik zie ze niet. Nergens zwaaien de ijzeren armen boven de stad. Ik zie zelfs geen geïmproviseerde kraantjes van de zelfbouwers. Misschien ligt het aan de zondag en zijn de materialen voor het weekend opgeborgen in de remise. Misschien zijn hijskranen te duur om dag in dag uit bij een huis in aanbouw te laten staan. Pas helemaal aan het eind van de rit, vlakbij Almere Duin, schittert een grote gele hijskraan in de ochtendzon. Maar die staat er altijd. Het is een oude krijger waar geen huis meer mee wordt gebouwd. De tweedehands kraan hoort bij het spektakeltheater van Vis-a-Vis. Het tekent de stagnatie in de bouw dat de enige bouwkraan van Almere een rekwisiet is in een toneelvoorstelling.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.