Hel

Het verschil tussen hemel en hel is mij dertig jaar geleden eens uitgelegd door een dominee. Hij schetste eerst de hel. ‘Stel je voor’, zei hij, ‘een grote mooie eetzaal met kroonluchters en een lange tafel vol met het heerlijkste eten en de lekkerste wijnen. Maar alle gasten lopen rond met hun armen in het gips, waardoor ze die niet kunnen buigen. Ze kunnen het eten wel pakken maar niet naar hun mond brengen. Ze hebben honger en dorst, terwijl de overvloed hen omringt. Dat is de hel.’
‘Wat is dan de hemel?’
‘Stel je voor’, zei hij, ‘een grote mooie eetzaal met kroonluchters en een lange tafel vol met het heerlijkste eten en de lekkerste wijnen. Maar alle gasten lopen rond met hun armen in het gips, waardoor ze die niet kunnen buigen. Ze kunnen het eten wel pakken maar niet naar hun mond brengen.’
‘Wat is het verschil?’
‘Het verschil is dat ze elkaar het eten en drinken aanreiken. Dat is de hemel.’
Aan deze dominee moest ik denken, toen ik laatst bij een bijeenkomst achter in de zaal zat en daar een hele dikke meneer langzaam in slaap zag vallen. Hij schrok wakker toen zijn mobiele telefoon uit zijn hand viel. Het apparaat lag onder de stoel voor hem, maar hij was zo dik dat hij niet kon bukken om hem op te rapen. Het enige wat hij kon doen was de telefoon met zijn voet opzij schoppen, tot hij een ongeveer een meter links van hem lag. Daarna kon hij als een grote stijve kantelpop zijn hele gewicht ernaartoe laten vallen, zodat hij hem van de vloer kon pakken. Ten slotte veerde hij met enige moeite weer overeind. Dit is de hel, dacht ik, hoe zou die man ’s ochtends zijn sokken aantrekken? Ik hoop voor hem dat hij ergens een hemel heeft.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.