Handigheidje

Het allereerste handigheidje dat ik me herinner, is de truc die ik op de kleuterschool in Luttelgeest leerde van zuster Petri: hoe je vanuit een rugligging snel rechtop kon komen. Ik weet nog hoe verbaasd ik was over het hefboomeffect dat je kon toepassen door eerst even je benen in de lucht te gooien en dan in één zwaai rechtop te zitten. Ik was misschien vier en het strikken van mijn veters lukte nog niet, maar dit demonstreerde ik thuis aan al mijn broers alsof ik het zelf had ontdekt.
Daarna heb ik nog vele alledaagse handigheidjes geleerd. Hoe je een spade kunt schoonmaken, door hem snel even in de klei te steken en er weer uit te halen. Hoe je je schoenen weer droog krijgt door er kranten in te stoppen. Hoe je het laatste uit een tube tandpasta kunt halen. Hoe je een sinaasappel makkelijk schilt en hoe je snel een kip kunt tekenen. Allemaal reuze handig om het dagelijks leven iets aangenamer te maken.
Ik moest hier vanochtend aan denken toen het water niet wegliep in de afwasbak. Er waren nog etensresten van gisteravond in het putje blijven hangen. Je kunt flink met de afwasborstel in de weer om de restjes te verpulveren en weg te spoelen, of je kunt gewoon met je vingers de natte uien, paprika- en wortelstukken eruit pulken. Maar als je je handen er niet aan vuil wilt maken, kun je beter een stevig stuk keukenpapier pakken en daarmee de natte klodder in één keer beetpakken en verwijderen.
Dit soort dingen leerde ik niet van zuster Petri, maar pas ruim na mijn achttiende, ergens in een studentenhuis, toen ik nog met vrouwen samenwoonde, en ik met een flink stuk wc-papier de haren uit het doucheputje moest verwijderen. Het is een handigheidje van niets en iedereen kan het, maar je zou het maar niet geleerd hebben. Dan had ik de rest van de dag de uienlucht onder mijn nagels gehad.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.