Diersoort

Een ecoloog vertelde over de ontwikkeling van de Oostvaardersplassen. Hoe dat natuurgebied tussen Almere en Lelystad bij toeval was ontstaan toen ze hadden besloten om niet in te grijpen. De overheid zat op zijn handen en zag belangstellend maar werkeloos toe hoe landinwaarts het uitgestrekte moeras vanzelf een bijzonder natuurgebied werd.
Zijn betoog was bedoeld als metafoor voor de ontwikkeling van de stad. Hoe zou het zijn als de overheid zo min mogelijk zou plannen en de ontwikkeling van de stad aan de burgers zelf zou overlaten? Zou er dan ook een natuurlijke balans ontstaan? En hoe mooi zou dat dan zijn? Je had in ieder geval veel minder ambtenaren nodig.
Met mensen experimenteer je natuurlijk niet, maar je kunt gerust iets aan ze overlaten. De plannen die we in het stadhuis maken, zijn niet noodzakelijk beter dan wat bewoners zelf verzinnen. Er zit minstens zoveel kennis in de stad als bij onze stedebouwkundigen.
Misschien is het beter om geen structuurvisies en bestemmingsplannen te maken alsof je toekomst kunt voorspellen. Wacht nu maar gewoon tot de stedelingen zelf iets verzinnen. De overheid hoeft maar één voorwaarde te stellen: een initiatief kan de ruimte krijgen (een omgevingsvergunning) als de initiatiefnemer kan aantonen dat omwonenden, andere bedrijven en instanties er niet tegen zijn.
Deze wijze van stedelijke ontwikkeling, schijnen ze in Zuid-Afrika toe te passen. Daar maakt de overheid geen plannen. Als iemand bijvoorbeeld een fabriek wil beginnen, dan moet hij zorgen dat hij voldoende handtekeningen verzameld van de mensen die er omheen wonen. Nu zijn die handtekeningen daar ook gewoon te koop, dus dat zet dan wel weer aan het denken.
In de Oostvaardersplassen sneuvelen diersoorten en andere bloeien op. Het resultaat is in de ogen van de ecologen fantastisch. In de stad woont maar één diersoort. En die moet vooral tegen zichzelf beschermd worden. Of niet?

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.