Cultuur

Het Nieuwscafe van de Nieuwe Bibliotheek is vrijwel vol. Wie er toe doet in Almere is verzameld voor een debat over cultuur. Ik zie beeldend kunstenaars, schrijvers, toneelspelers, politici. Ik begroet twee collega’s van het stadhuis.
Het debat dat al een maand was uitgesteld, komt toch nog te vroeg. De wethouder kan nog niets zeggen over de plannen, want hij moet die eerst met de gemeenteraad bespreken. Om dezelfde reden is de schouwburgdirecteur er ook niet. En dus is de angel er al uit voordat het debat begint.
‘Er kan nog veel in Almere als kunstenaars zelf maar het initiatief nemen’, zo zegt een panellid, ‘doe iets voor de gemeenschap, dan doet de gemeenschap iets voor jou.’ ‘De gemeente heeft straks een Stichting met een fonds’, zegt de wethouder, ‘wie een goed idee heeft kan er een beroep op doen.’ Het woord ‘cofinanciering’ valt en iedereen begrijpt het. ‘Het kunstklimaat is prima in Almere’, beweert de cultureel ondernemer en hij ontvouwt een wild plan voor het stadscentrum. Er klinkt applaus, maar de wethouder gelooft er niet in. Het gaat om broedplaatsen en initiatief van onderop.
Dit is een optimistisch gezelschap van creatieve geesten. Zoals bij iedereen in Almere is de blik gericht op de toekomst. Er valt heus wel iets te klagen, maar we komen er wel. En Amsterdam, onze culturele hoofdstad, ligt om de hoek.
Wat vanavond het meeste opvalt is wie er niet zijn. Van alle honderdzestig nationaliteiten in Almere is er maar één vertegenwoordigd. Dat wat Almere cultureel zo interessant maakt, is hier vanavond niet. Ik zie geen Antilliaan of Surinamer, geen Turk of Marokkaan. Mogelijk houden ze niet zo van debat. Maar meer waarschijnlijk kijk ik vanavond naar een cultuur op zich: een goed opgeleid, blank ons-kent-ons-gezelschap dat elkaar de hand vasthoudt. De enige gekleurde man staat als beveiliger bij de deur.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.