Misschien

Dat ik gisterenavond op het personeelsfeest van Publiekszaken misschien iets te veel gedronken heb, was mogelijk al merkbaar toen ik als laatste het pand verliet en nog even terugging om de kleine ober te bedanken en te vragen of ik hem misschien beledigd had. Dat was niet het geval, verzekerde hij mij, waarna hij mij nog een prettige avond wenste.
Dat ik niet helemaal meer helder uit de ogen keek, was misschien te merken aan mijn overmoed waardoor ik dacht een kortere route te weten door Stedenwijk. Toen ik de eerste keer bij het Arnhemplein uitkwam, hoopte ik nog het Spoorbaanpad te vinden, maar bij de tweede keer besloot ik op mijn schreden terug te keren. Ik had overigens alle tijd, vond ik en voelde me nog kiplekker.
Dat ik het laatste biertje misschien beter had kunnen laten staan, merkte ik zelf pas toen ik bij thuiskomst nog tien minuten naar een lege pagina op mijn Ipad heb gekeken. Weliswaar met een kopje groene thee erbij, maar niet in staat om ook maar één woord op het virtuele papier te krijgen. Onverrichterzake ging ik naar bed.
Maar het beste bewijs dat ik gisterenavond misschien iets verstandiger had kunnen zijn, kwam vanmorgen, toen ik om zes uur klaarwakker in mijn bed lag met een kurkdroge keel en een hersenkneuzing. Als ik me na het eten beperkt had tot cola, was ik ook klaarwakker geweest, maar waren de andere verschijnselen misschien achterwege gebleven.
Misschien, misschien, misschien. Hoe vaker je het schrijft, hoe vreemder het woord. Het is een samenstelling van mogen en geschieden, zo zegt de etymologiebank: ‘misschien is een verkorting van (het) mach schien’. Het kan gebeuren, het mag zo zijn, maar helemaal zeker weet ik het niet.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.