Landen

‘Even landen.’ De tingsha klinkt in de Burgerzaal van het stadhuis. Nu al voor de tweede keer binnen een week zit ik op mijn werk in een grote kring met mijn ogen dicht. Om mij heen doen zo’n tachtig collega’s hetzelfde. Een zachte vrouwenstem vraagt ons met de gedachten naar de voeten te gaan en contact te maken met de vloer. ‘Beweeg maar even je tenen, om te voelen waar je bent.’ Ik zit naast het hoofd Financiën en ondanks de opdracht, denk ik even aan zijn tenen.
‘Ga met je gedachten naar je enkels, je kuiten, je knieeën…’ De zachte stem werkt systematisch het hele lichaam af, tot ze met een omweg bij de navel uitkomt, waar we de aandacht op de ademhaling kunnen richten. Iedereen is even helemaal in het hier en nu. Dan klinkt de tingsha opnieuw, waarmee de oefening ten einde is. We openen onze ogen en zijn geland. De bijeenkomst kan beginnen.
Krap een week geleden deden we dit ook met een man of dertig in een zaaltje in de schouwburg. Toen zongen we er ook bij om de zonnige voorjaarsdag te begroeten en onze stem te bevrijden, voordat de vergadering zou beginnen.
We kijken er met zijn allen niet meer van op. Er is ook niemand die protesteert of even tijdelijk buiten de kring gaat zitten. De collega’s zijn eraan gewend geraakt en weten dat het een prettige start is. We komen tot bezinning, vergeten de waan van de dag en zijn ons even bewust van het grotere geheel. Daarna kunnen we met frisse moed aan het volgende beginnen.
Het is een mooie variant op wat we vroeger thuis deden. We hoeven er nu alleen niets voor uit het hoofd te leren. We hoeven er niet voor op de knieën. We hoeven de handen niet te vouwen. Maar verder is het precies hetzelfde. We doen onze ogen dicht en zoeken contact met dat wat groter is dan onszelf. Soms zingen we er zelfs bij. Het gebed is terug op de werkvloer.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.