Interview

Twee weken geleden kwam een journalist langs voor een interview. Hij was van het vakblad Communicatie en hij wilde een verhaal maken over de audit van onze afdeling. Ik was er trots op dat we dat hadden laten doen, dus ik wilde daar graag over vertellen.
Het was een energiek gesprek met een goede journalist. Hij luisterde aandachtig en stelde kritische vragen. Hij wilde het allemaal precies weten en ik wilde het allemaal zo goed mogelijk vertellen. Er ontstond een prettige sfeer van vakgenoten onder elkaar.
Afgelopen weekend kreeg ik het verhaal ter controle en las ik wat ik allemaal had gezegd. Het was alsof ik mezelf voor het eerst op video terugzag; het moment waarop je niet meer je spiegelbeeld ziet, maar hoe je werkelijk bent en je je eigen stem niet eens herkent.
De journalist citeerde mij veelvuldig. En al die citaten klonken erg overdreven. Alles was ‘groot’, ‘heel erg’, ‘heel veel’ en ik gebruikte termen als ‘enorm’, ‘gigantisch’ en ‘waanzinnig’. ‘Spreek ik echt zo?’, vroeg ik per email aan de journalist, ‘het lijkt wel of ik in een beetje manisch was.’ Hij mailde gepikeerd terug dat hij het hele gesprek had opgenomen en dat hij niets had verzonnen.
Natuurlijk niet.
Ik zag ook uitspraken terug die zwart-op-wit veel meer betekenis kregen dan ik had bedoeld. En het was niet even diplomatiek wat ik had gezegd. Ook dat mailde ik aan de journalist: of er niet een paar uitspraken uit konden. Daar wilde hij niet aan meewerken. Ik had het zo gezegd. Het stond allemaal op band. Dan had ik het zo niet moeten zeggen.
Natuurlijk niet.
Ik merkte niet veel meer van de prettige sfeer die het interview had gekenmerkt. Dit was weer de normale zakelijke verhouding zoals altijd. Ik was in de val van mijn eigen enthousiasme gelopen en ergens halverwege de context van het gesprek uit het oog verloren. Leuk zo’n interview. De volgende keer wil ik er een communicatieadviseur bij.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.