Inbraak

Gisteravond werd ik gebeld door de buurvrouw die op ons huis past. Toen ik haar naam in de display zag, dacht ik meteen aan allerlei rampspoed: het dak lekt, waterleiding gesprongen of verwarming kapot. Maar dat bleek er allemaal niet aan de hand. In ons huis was ingebroken. De politie had sporenonderzoek gedaan, vertelde de buurvrouw, en de glaszetter had er al een noodruit ingezet.
Haar zoon stuurde de foto’s op via whatsapp. De gebroken ruit aan de achterkant. De baksteen tussen glasscherven op het karpet. Laatjes op de slaapkamer die openstaan. Mijn oude koffer omgekeerd op de werkkamer. Het zijn de foto’s van het plaats delict, zoals ik ze vroeger bij de politie wel eens heb gezien. De buurjongen heeft ook zichzelf gefotografeerd. ‘Zo ben ik er naartoe gegaan’, schrijft hij. Ik zie hem in de spiegel met een honkbalknuppel in de hand.
Niemand in de wijk had iets gehoord of gemerkt. De buurvrouw vermoedt dat het afgelopen zondag was gebeurd, maar ze had het pas dinsdag ontdekt. Zo te zien waren ze alleen op zoek geweest naar geld. De televisie staat er nog. Waarschijnlijk zijn er wel sieraden weg. Verder viel ons niets in. ‘Als ze maar niet teveel vernield hebben.’ Mijn echtgenoot had me nog gewaarschuwd dat ik geen blog moest schrijven over onze vakantie. Ik kon me echter niet voorstellen dat zo’n inbreker een trouwe lezer is. Nu had hij misschien toch gelijk. Het voelt als controleverlies. Ik zou zo snel mogelijk de orde weer willen herstellen: opruimen, de verzekering bellen, de ruit laten zetten en misschien de sloten vervangen, maar we gaan pas over een paar dagen naar huis. Later op de avond zag ik een tweet van Wim Knol, de wijkagent: ‘Tussen 10 jan 23 uur en 14 jan 19 uur #inbraak woning geweest #stripheldenbuurt iemand info?’ Nu voel ik me schuldig. Iedereen is er maar druk mee en wij gaan vandaag gewoon skiën.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.