Blauw

‘Kijk, nu is de sneeuw blauw.’ Ik zette mijn zonnebril af. De zon scheen boven de Veluwe en alles was witter dan wit. Maar nee, als je goed keek, was het blauw, beweerde de man die naast me liep, een goede vriend en een bekende Amersfoortse kunstenaar. Het was zoals de blauwe lucht reflecteerde in de sneeuw. Zo zag hij het en ik zag het nu ook.
We liepen de laatste zondag van het jaar richting het museum van Kröller-Müller en staken de besneeuwde zandplaat over, die vol in de zon lag. De kunstenaar was deze middag mijn gids in de wereld van de moderne kunst. En nog voor we bij het museum aankwamen, had ik mijn eerste les al gehad: de sneeuw was blauw vandaag.
In het grote lage gebouw, midden in het bos, liet ik me door hem leiden langs de schilderijen van Israëls, Toorop, Signac, Picasso. Het ging over de grote stromingen in de kunst, het impressionisme en het pointillisme. We liepen langs de kubisten en de surrealisten.
Een prettig overzichtelijk museum, vond hij het. Hij nam hier altijd zijn leerlingen mee naar toe en ik begreep waarom. Van alles was er wat en het hing in de juiste volgorde. Bovendien hingen hier meer van Goghs dan in het Van Gogh museum en er waren meer Mondriaans dan in het Stedelijk.
Pas aan het eind van de tentoonstelling, bij de minimalisten, raakte ik de weg kwijt. Twee verlichte TL-balken, een volkomen zwart schilderij, een loden balk op roestige ijzeren schragen. ‘Conceptueel’, zei mijn gids. Ik knikte als een brave leerling, maar dat kon ik niet meer aan.
‘Dan is alles kunst’, verzuchtte ik een paar uur later op de weg terug naar de auto. Maar dan had ik het niet goed begrepen. ‘Je moet het altijd in zijn tijd zien’, was het mantra van de kunstenaar. De zon hing inmiddels laag achter de dennen en de hemel was een palet van blauw, geel en rood. ‘Kijk’, zei ik, ‘nu is de sneeuw rood.’ Mijn leraar knikte tevreden.

Dit bericht is geplaatst in communicatie. Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.