30 seconden

Ik doe elke ochtend een rug- en buikspieroefening die net zolang duurt als het koken van het theewater. Ik zet het water aan, pak de eierwekker en zet die op 2 minuut 10. In de woonkamer, op het karpet, leg ik de eierwekker voor mijn neus en zet hem aan.
De buikspieroefening bestaat uit niet meer dan klaarstaan om jezelf op te drukken. Niet het opdrukken zelf. Ik doe deze oefening voor mijn rug, niet voor mijn biceps. De handen en tenen rusten op de grond en het lichaam hangt als rechte plank daartussen. Ik houd deze houding 30 seconden vol en neem dan 20 seconden pauze, doe het daarna nog een keer, weer 20 seconden pauze en dan nog eens 30 seconden. In totaal 2 minuut 10. Vooral de laatste 30 seconden vergen enige inspanning. De buik- en rugspieren die het lichaam recht moeten houden, beginnen dan zachtjes te trillen. Om mezelf op te peppen, tel ik als in een voetbalstadion de laatste 10 seconden af. Het helpt dat ik tijdens de laatste oefening niet meer op het klokje hoef te kijken, want dat loopt af. Ondertussen hoor ik vanuit de keuken dat het theewater zijn kookpunt bereikt en dat de snelkoker afslaat. Het is allemaal niet buitengewoon spectaculair. Ik zag tijdens mijn vakantie op een strand in Spanje een man van 80 deze houding ruim drie minuten achter elkaar volhouden. Maar voor mij is 30 seconden lang zat.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.