Werkster

Wij hebben al twee jaar een werkster, maar ik heb haar nog maar één keer gezien. Ze luistert naar de naam Liam, maar ik heb dat nooit uitgeprobeerd. Ze komt uit Iran en is van huis uit werktuigbouwkundig ingenieur. Ze maakt in Almere huizen schoon. Niet alleen dat van ons, maar ook dat van de buren. Via hen is ze bij ons terecht gekomen. Mijn echtgenoot heeft dat allemaal geregeld.
Ze komt op dinsdag. We leggen ’s ochtends een briefje op tafel en als we ’s avonds thuiskomen is het huis gedaan. Ik weet niet hoe laat ze komt, hoe lang ze blijft en of ze plezier in haar werk heeft. Ergens tussen 8 en 6 doet ze haar ding.
Zoals gezegd heb ik haar één keer gezien. Ik werkte een paar uur thuis, voordat ik naar een afspraak in Lelystad zou gaan, en dat was toevallig haar schoonmaakdag. Ze schrok. Zij had mij nog nooit ontmoet. Ik gaf haar een hand, zei dat ik op mijn werkkamer zou blijven, dat ze net moest doen of ik er niet was en dat ik over twee uur de deur uit zou gaan. Ik deed geen enkele poging om het praatje nog iets langer te maken. Er waren hier duidelijk twee mensen in verlegenheid gebracht. Haar Nederlands is niet perfect, mijn Iraans is waardeloos. Zij wil een huis schoonmaken. Ik wil mijn mail doen. Ik wil niet controleren of ze haar werk goed doet. Zij wil niet de indruk wekken dat controle nodig zou zijn. Twee mensen hadden elkaar die ochtend niet meer in de weg kunnen lopen.
Toen ze de hele benedenverdieping had gehad en in de buurt van de werkkamer kwam, hield ik het niet meer uit. Lelystad was maar tien minuten met de auto, maar ik vertrok driekwartier vroeger. Ik nam afscheid van Liam en ik zag dat zij blij was dat ik ging.
Voor haar en mij heb ik die ochtend nog een half uur ergens in Lelystad in de auto gezeten, voordat ik mijn afspraak – uiteindelijk nog een kwartier te vroeg – onder ogen durfde komen.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.