Voornemen

De echtgenoot zit in Spanje. Voor het eerst in de drieëntwintig jaar die mijn huwelijk duurt, ben ik een week alleen thuis. Ik neem me voor om de boel eens goed schoon te maken en het huis van alle overbodige ballast te ontdoen. Dat betekent dat ik de twee schilderijen ga ophangen die al maanden klaar staan op opgehangen te worden, dat ik de kasten ga uitruimen waarvan de laatjes uitpuilen, dat ik alle prullaria op vensterbanken, kasten en tafeltjes in een doos gooi en op zolder zet.
Ook belangrijk: dat ik al het eten ga opmaken dat we in huis hebben. In alle keukenkasten ligt wel iets te verdorren en te verschimmelen. Dit is het moment om er van af te komen. Alles inventariseren en deze week opeten wat nog goed is, want er is nu even niemand die steeds nieuwe voorraden in huis haalt. Ik ben niet kieskeurig en heb een sterke maag; ik eet alles wat ruim in de buurt van de houdbaarheidsdatum zit.
Vandaag begin ik. Zo meteen na het ontbijt. Niet uitstellen maar aan de gang. Niet eerst koffie, en niet nog even een stukje schrijven. Niet zien dat het buiten te mooi is om binnen te blijven; niet eerst nog wat rommelen in de tuin. Ook de weekendkrant ongelezen op de keukentafel laten liggen. Niet even een half uurtje koppensnellen. Niet verzaken.
Toch, daar ergens tussen tuin en krant, zal het goede voornemen stranden. Voor ik het weet is de zondagochtend voorbij. En dan komt er onverwacht bezoek, de lunch loopt uit en het zondagmiddagdutje sla ik niet over. Pas tegen drieën zal ik een eerste kastdeur open om hem meteen weer dicht te doen als ik schrik van de chaos. Nee, dan zal het te laat zijn om er aan te beginnen.
Zo gaat dat met goede voornemens.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.