Vergadertechniek

Ik wilde nog vóór Kerstmis een vergadering met mijn collega’s uit Groningen en Eindhoven én de consultant uit Amsterdam, en dus kon dat alleen via een conference call. Ik zou vrijdagmiddag iedereen bij elkaar bellen. Jos uit Eindhoven liet een half uur van te voren weten dat hij vervangen werd door Henry, dus het begon al goed. Ik belde hem als eerste. ‘Hallo Henry, fijn dat je het van Jos overneemt, ik ga nu Ina bellen, blijf hangen, je hoort me even niet meer.’ Ik belde Ina uit Groningen. Ze nam meteen op. ‘Met Ina.’ ‘Hallo Ina, ik druk je erbij. Ben je er nog Henry.’ ‘Ja, ik ben er.’ ‘Hallo Henry’, zei Ina. ‘Dat is Ina’, zei ik, geheel overbodig. ‘Dag Ina’, zei Henry. ‘Ok, jongens, ik weet niet hoe het moet, maar ik ga deze vergadering leiden. Niet door elkaar praten.’ ‘Ja, dat is goed’, klonk het ongeveer tegelijk.
We spraken eerst over geld en dan zou ik na een kwartier Arnoud, de consultant, bellen. Ik liet Ina en Henri alleen in onze virtuele ruimte en belde Arnoud op. Hij nam niet op en ik kreeg het antwoordapparaat. Nu had ik een probleem. Ik kon niet ophangen, want dan zou ik de andere twee ook kwijt zijn. Dus ik sprak niets in en schakelde terug naar mijn collega’s. ‘Hij neemt niet op, maar nu luistert zijn antwoordapparaat mee. Alles wat we zeggen, wordt opgenomen.’ Op hetzelfde moment kwam een smsje binnen van Arnoud: ‘Je kunt me nú bellen’. Maar dat kon ik helemaal niet, want ik had zijn antwoordapparaat nog aan de lijn. Ik zat met een rood hoofd aan de telefoon, het zweet stond inmiddels op mijn rug. Na een paar minuten hoorden we het antwoordapparaat zichzelf uitschakelen. Nu kon ik Arnoud erbij halen. Ina zat midden in een betoog, waren we ineens Henri kwijt. ‘Henri, wat vind jij?’ Stilte. Mijn mobiele telefoon trilde. Ik zag dat Henri mij wilde bereiken. ‘Jongens, even wachten, ik ga Henri opnieuw bellen.’
Aan het eind van de conference call wilde Ina nog even alleen met Arnoud praten. Henri hing op, maar ik wist niets beter te doen, dan de hoorn op mijn bureau te leggen, en mij discreet op de gang terug te trekken. ‘Ik ga wel even naar buiten.’ Een collega vroeg me later nog waarom ik daar vijf minuten voor mijn eigen kamer had staan wachten, terwijl er toch duidelijk niemand binnen zat. In zijn ogen was ik helemaal de weg kwijt. En dat was ook zo.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.