Spelletje

In het nieuwe Almere Hotel van de familie Van der Valk was een bijscholingsdag voor de crisisstaf van de regio’s Flevoland en Gooi- en Vechtstreek. Zo’n zestig mensen van politie, brandweer, gemeente en andere instanties waren er al, toen ik, iets te laat, om negen uur binnenkwam. Er waren ook een paar militairen. Ook zij gaven een workshop en die stond als eerste op het programma. De titel was: CBRN. Ik zat al vijf minuten te luisteren, voordat ik wist waar die afkorting voor stond: Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair.
De kolonel was in vol ornaat, compleet met sterren, strepen en onderscheidingen. Hij hield zijn linkerhand in zijn zak, terwijl hij voor de groep heen en weer liep. Hij sprak over mosterdgas, sarin, antrax en Toxic Industrial Chemicals (TIC). Zijn landelijk team deed een ‘stukje advisering’ en een ‘stukje ontsmetting’ en hij had voor elke anekdote een vaste slotzin: ‘Zo spelen we dat spelletje.’
Zijn missie was ons in te wijden in zijn wereld, die grotendeels bestond uit afkortingen: GAGS, TEV, LTFO, EODD, AGS, TIC, OVD, ROT, DIM, A&A, ICMS. Ik kon het niet laten er wat van te zeggen. ‘Neem me niet kwalijk, maar kan het ook iets minder kortaf?’
Hij hield abrupt op. Ik besefte dat ik natuurlijk eerst mijn hand had moeten opsteken en het woord had moeten vragen. Bovendien had ik wel wat frivool geklonken met mijn ‘kortaf’, alsof ik hem niet serieus nam. De militair ging wijdbeens voor me staan. Hij legde zijn handen op zijn rug en zette zich schrap. Ik zag de woede in zijn ogen. Wat hij zag was een ambtenaartje in een sjofel jasje, die natuurlijk nog nooit in het leger had gezeten, een grote mond had en bovendien zo brutaal was hem recht aan te kijken.
Met moeite beheerste hij zich: ‘Welke afkorting is u onbekend?’ Ik overwoog te gaan staan om te laten zien dat ik minstens twee koppen groter was dan hij, maar ik bleef zitten: ‘ICMS, bijvoorbeeld?’ ‘Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking!’, zei hij luid en duidelijk. ‘En DIM?’ ging ik door. ‘En GAGS?’ Hij dreunde het met grote weerzin op. Toen ik ermee ophield, was hij even de draad kwijt. Zo, dacht ik, dat was weer een fijn ‘stukje anti-autoritair apengedrag’. Ik hoefde de rest van de workshop niet meer op enige aandacht van hem te rekenen. ‘Zo spelen we dat spelletje.’

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.