Sleutelhanger

Vroeger vond ik een sleutelhanger een kinderachtig ding. Om de haverklap kreeg ik er één zonder dat ik er om gevraagd had. Het waren toeristische dingen die iemand voor me meenam of het waren weggevertjes bij een pak hagelslag of een krat bier.
Aan één sleutelhanger had ik meer dan genoeg in mijn jeugd. Het enige sleuteltje dat er toe deed, was de fietssleutel. Met een sleutelhanger eraan raakte je die minder snel kwijt. Daar was ik door schade en schande wel achter gekomen.
Alle andere ongebruikte sleutelhangers belandden ergens in een schoenendoos of in een laatje. Ik spaarde ze niet. Ik spaarde helemaal niets als kind. Geen speldjes, geen sigarenbandjes, geen postzegels, geen sleutelhangers. Ik zag de lol daar niet van in. Ja geld, dat spaarde ik, maar dat telt niet.
Nu ik wat ouder ben, vind ik sleutelhangers reuze handig. Er zijn sleutels in overvloed in ons huis. Elke deur heeft een eigen sleutel en dus een eigen sleutelhanger. Daarnaast heb ik nog een sleutel van het fietsenschuurtje, van het huis van de buren, van het buurthuis, van de auto, van de fiets en dan nog overal een reservesleutel van. Elke sleutel heeft zijn eigen sleutelhanger nodig. Zomaar los mag een sleutel niet in een laatje liggen, want dan vind je hem nooit meer terug.
Sleutelhangers komen uit goody-bags die je krijgt na werkbezoeken of congressen. Het is meestal het enige dat ik kan gebruiken uit zo’n geschenkenpakket met pennen, kwartetspellen en geschiedenisboekjes. Ik heb ook een BOB-sleutelhanger overgehouden van een alcoholcontrole en ik heb ook de 1-1-2-daar-pak-je-inbrekers-mee-sleutelhanger. Eén keer in mijn leven heb ik een sleutelhanger gekocht. Een Schotse vlag, bij wijze van souvenir van Schotland, maar die ben ik inmiddels kwijt. Net als de sleutel die eraan vast zat.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.