Openbaar

Een wijkagent moet met foto en naam op de website van de politie staan. Hij is immers het gezicht van de politie en in zijn wijk moet iedereen hem kennen. Dat was een opvatting die in 2000 niet door alle collega’s bij de politie werd gedeeld. Internet was nog nieuw en enkele wijkagenten voelden zich te kwetsbaar op dat medium. Ze vreesden dat hun foto al snel met getekende snorren en brillen in de stad zou hangen. Of erger. Dat viel reuze mee en uiteindelijk vonden ze het normaal.
Ik dacht daar aan terug toen ik op het callcenter van de gemeente Almere hoorde hoe een vrouw contact zocht met een ambtenaar. Doorverbinden lukte niet en dan vraagt de vrouw logischerwijs: ‘Kun je me zijn nummer niet geven, dan kan ik hem zelf bellen?’ Het standaardantwoord is: “Nee, dat doen we niet.” En: “Nee, we geven zijn email-adres ook niet.” De collega van het callcenter maakte een terugbelnotitie.
Ik vraag me af waarom we het vaste nummer of minstens het emailadres van elke ambtenaar niet openbaar maken. Het zou ook op de website van de gemeente mogen staan. Het is zoveel handiger als een burger direct contact kan zoeken. Dat scheelt een paar handelingen en het brengt ambtenaar en burger dichter bij elkaar.
De enige reden waarom we dat niet doen, is dat we bang zijn voor misbruik. Dat burgers ambtenaren gaan stalken of dat een ambtenaar plat gebeld wordt. Zeker 98% van de burgers zal dat niet doen. Toch vertrouwen we het niet en houden we onze telefoonnummers zoveel mogelijk geheim met het oog op die andere 2%.
Een ambtenaar van de gemeente is niet anders dan een wijkagent. Of je nu de belastingen int of de bestemmingsplannen maakt, als we in functie zijn, zijn we dat in het openbaar. De gemeente wil toegankelijk zijn en de burger wil persoonlijk contact. Dus laten we dat vertrouwen geven.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.