Omhelzing

Ik parkeerde de auto bij de kerk tegenover Café Restaurant Logtenberg in Boerhaar. Het was rond half vijf en drukkend warm. Ik haalde de rolstoel uit de achterbak en reed mijn moeder naar de ingang van het zalencentrum. We waren een half uur te laat en de laatsten die arriveerden.
Voor het restaurant stond één van de aangetrouwde neven. Hij zwaaide naar ons en wees ons op de glazen deuren die direct toegang gaven tot de feestzaal. We konden daarmee de stoep, alle drempels en de smalle gang vermijden. De neef zette een tuintafel opzij en we reden zo over het terras door de glazen deuren naar binnen.
De gesprekken stokten. De aanwezigen rekten hun hals om te zien wie daar in die rolstoel zat. Mijn moeder wuifde naar bekenden. Ik laveerde tussen de tafels door in de richting van het gouden bruidspaar. Ze stonden aan de andere kant van de zaal omringd door hun dochters. Ze hadden iedereen de hand geschud en ze stonden op het punt er bij te gaan zitten.
Het kwam omdat ze te laat was. De bruidegom, haar jongste broer, had even gedacht dat ze het niet zou halen vandaag. Hij wist dat het de afgelopen weken wat minder met haar ging. Hij had op deze feestelijke dag maar moeten afwachten hoe de vlag erbij hing. Zijn oudste en enige zus had hem bovendien gezegd dat ze niet zeker wist of ze zou komen.
Maar nu kwam ze binnen en ik zag hoe mijn kleine tachtigjarige oom zijn armen spreidde om haar te omarmen. Hij riep haar naam en de tranen stroomden over zijn wangen. De dochters grepen elkaar bij de hand toen broer en zus elkaar in de armen sloten. In deze ene omhelzing zat tachtig jaar geschiedenis. Ze hielden elkaar vast alsof het de laatste keer kon zijn.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.