Leraar

Ik was gisteren op het onderwijssymposium in Almere. Eén van de sprekers was professor Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de universiteit van Utrecht, en oprichter van het Nederlands Instituut van Onderwijs en Opvoedingszaken. Nogal gewichtig was mijn inschatting, en zeker een hooggeleerde heer, die ik misschien ook wel zo zou moeten aanspreken.
Ik zag hem kort van te voren in de lobby en toen ik me voorstelde was er meteen aandacht. Geen verstrooidheid, onverschilligheid of hooghartigheid, laat staan routine of vermoeidheid. De 72-jarige professor keek mij alert en recht in de ogen en was, zo leek het, gewoon blij om met mij kennis te maken. Met bewondering en als vanzelf sprak ik hem met U aan, zoals ik thuis ooit wel heb geleerd, maar wat voor mij al helemaal niet meer zo vanzelfsprekend is.
Dit was een leraar ten voeten uit. Aan alles voelde je de doorleefdheid van zijn opvatting over wat een leraar geacht werd te zijn. Hij was het in hart en nieren. En dat was ook zijn boodschap. Een leraar is geen vak of een beroep, het is je hele wezen. Als je er niet helemaal kunt zijn voor de ander, dan merken kinderen – en volwassenen – dat meteen.
Zijn lezing was een schoolvoorbeeld van eloquentie, van onberispelijk formuleren, van pauzes, versnellingen, hard, zacht, passie en rust tegelijk. Tweehonderd mensen hingen 40 minuten aan de lippen van een man die alleen maar heel rustig uitlegt hoe de wereld in elkaar steekt? Het was een verademing.
Maar het zat hem niet in zijn verbale begaafdheid. Er was geen sprake van een technische trukendoos of een handboek retorica. Wat deze leraar tot een leraar maakte, was zijn vermogen contact te maken. Precies zoals hij deed toen ik hem in de lobby de hand schudde. Hij kreeg ons te pakken omdat hij al zijn aandacht richtte op elke individuele toehoorder persoonlijk terwijl hij sprak.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.