Inkeer

Het is vandaag Stille Zaterdag. Minder bekend dan Witte Donderdag of Goede Vrijdag, maar hij hoort wel in dat rijtje thuis. Het is de dag van de inkeer. Ook een weinig gangbaar woord, meestal gebruikt in de uitdrukking: tot inkeer komen. En dat betekent dan: je mening herzien, al dan niet met enige schaamte en spijt, maar zeker louterend.
In religieuze betekenis is inkeer een vorm van bezinning. Daar is de Stille Zaterdag voor bedoeld. In stilte lopen de monniken rondjes door de kloostertuin, in gedachten bij de betekenis van het overlijden van Christus en biddend voor de wederopstanding. Ze keren naar binnen, zoals dat in veel godsdiensten een gebruikelijk ritueel is.
De weg en de waarheid liggen nu eenmaal niet in het wereldse en in de besognes van alledag, maar is alleen te vinden in het geloof. En dat geloof is per definitie een particuliere, uiterst persoonlijke ervaring. De dagelijkse werkelijkheid van werk, bezit, zorgen, conflicten en ambities, leidt af van wat letterlijk wezenlijk is. Dat wat een mens van een dier onderscheidt.
Wie zich in stilte terugtrekt en zijn ogen sluit, komt tot inkeer. Ineens merkt hij op hoe onwillekeurig zijn ademhaling verloopt, hoe zijn middenrif en borst uitzet en neerdaalt, hoe er pijn, jeuk en ander ongemak in zijn lichaam schuilgaat. En dan komen de gedachten, eerst nog één voor één, maar dan over elkaar heen buitelend, als een stel apen op een rots.
Wie tot inkeer komt, hervindt zijn houvast in dat wat een ander niet kan afnemen. De eigen innerlijke wereld van kennis en ervaring, van herinneringen aan goede tijden en van fantasieën over de toekomst. En diep daaronder het vermogen om te geloven in het wonder van de eigen wederopstanding.
Op Stille Zaterdag proberen we de essentiële vraag over leven en dood te doorgronden. En alleen het eigen antwoord volstaat.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.