Huiswaarts

De reis die zo’n vijftien uur later op zes meter onder zeeniveau zal eindigen, begint op tweeduizend meter. Dat kun je zien aan de naam van het dorp van vertrek, dat Reberty 2000 heet. Het dorpje is onderdeel van Les Menuires, wat weer ligt in één van de drie hooggelegen dalen, die samen Trois Vallées heten, een populair wintersportgebied in de Franse Alpen.
Wij waren hier een week, maar nu keren we huiswaarts. De twee auto’s worden uit de parkeergarage gehaald en we laden onze spullen in nog voordat het licht wordt. Het is nog geen half acht, zaterdagochtend, als we ons vakantieadres verlaten en aan de 25 kilometer lange afdaling beginnen die ons brengt naar Moutiers en de snelweg naar Lyon.
Het is de omgekeerde route van een week geleden, toen we vroeg in de ochtend uit Zuid-Limburg vertrokken en ongeveer tien uur later aankwamen; dat was de exacte kopie van een autorit die ik een jaar geleden al eens beschreef. Ook de terugreis zal niet veel anders zijn dan een jaar geleden, behalve dan, dat er nu een kind van drieënhalf op de achterbank zit.
Het kind zal klaarwakker zijn als wij de slaap nog uit onze ogen wrijven. Het zingt liedjes, leest boekjes hardop voor, en soms zal het tien minuten zoet zijn met een filmpje op de DVD-speler. Als we na twee uur rijden aan de koffie toe zijn, zal het kind voor de eerste keer vragen of we er al zijn.
Huiswaarts gaan we. En we zullen doorrijden. De stal roept, zeiden we vroeger, als we ongemerkt sneller rijden. Er is dezelfde opwinding als bij het vertrek met daarbij het verlangen naar het eigen bed en de nieuwsgierigheid naar de staat van ons eigen buurtje, de staat van de stad en de staat van het land. Ik verheug me al op de stapel kranten op de mat en de hele zondag nog om ze door te nemen.
Het mooie van elke reis is het thuiskomen.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.