Gids

Onze gids ziet er uit als een boskabouter. Hij is klein, heeft wit lang haar in een staartje en een witte baard. En hij is vooral ook oud. Bijna zo oud als het natuurgebied waarin hij ons rondleidt, Meijendel bij Wassenaar. In een groene broek en zwarte trui en op halfhoge zwarte schoenen loopt hij een beetje wijdbeens tussen ons in. Als je vlak naast hem loopt, ruik je de natuur.
Als onze wandeling begint vanaf het pannenkoekenrestaurant, staan we na twee meter al stil. De gids wijst ons op een plant in de berm. Het is de bijvoet, zo vertelt hij ons, en hij legt uit hoe de Romeinse soldaten de plant deze naam hebben gegeven toen ze op veldtocht door Zwitserland trokken en de bladeren in hun sandalen legden voor haar geneeskrachtige werking.
Weer twee meter verder wijst hij ons op de verzameling tweejarigen op het heuveltje, die houden van de kalkrijke bovenlaag die ze in twee seizoenen uitputten, waarna ze weer verdwijnen. Nog voor we de parkeerplaats af zijn, laat hij ons zien hoe je de blaadjes van een brandnetel plukt zonder je te branden en welke plant er meestal vlakbij groeit, die je kunt gebruiken om de pijn te verzachten als je die kunst niet onder knie hebt.
Zo lopen we in twee uur tijd niet meer dan een anderhalve kilometer door het bos en over de duinrand. We leren dat de kardinaalsmuts voor ons giftig is, omdat we afstammen van de oermens uit Afrika. Hij laat ons zien hoe de parasolzwam aan zijn naam komt en hoe je het ringetje op de steel heen en weer kunt bewegen. We leren dat in een vossenhol meestal ook konijnen wonen, dat mos aan de noordzijde van een boom groeit en dat je een eikenvaren alleen op een eik vindt.
Zo vertelt onze gids die op een boskabouter lijkt en ik betrap me erop dat ik luister als een kind. Met open mond en in verwondering. Ik besef maar weer eens dat ik meer niet weet dan wel.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.