Dissociatie

Dit is de eerste werkdag na de vakantie. Twee weken heb ik er niet aan hoeven denken, maar gisterenavond heb ik mijn e-mail gescand om er alvast een beetje in te komen, en ik weet al hoe mijn agenda er de komende week uitziet. Geleidelijk verdwijnt de ontspanning van de vakantie uit het lijf.
Op zondagavond weer vroeg naar bed – want immers vroeg op -, maar de slaap komt niet vanzelf. De onderwerpen, afspraken, kwesties trekken voorbij. Ik zie mezelf in een vergadering, tijdens een moeilijk gesprek, worstelend met een beleidsstuk. Er is al een lijstje ’te doen’ en een lijstje ‘urgent’.
Terwijl ik in bed lig, bouwt de spanning eerder op dan af. Net als vroeger, aan de vooravond van een eerste schooldag, lig ik klaarwakker in mijn bed wachtend op de slaap, die pas veel later zal komen, en verzekerd van een veel te korte nacht.
Nu heb ik ondertussen geleerd dat er twee manieren zijn om de wereld te ervaren: dissociatie en associatie. En ik weet ook dat voor mij de meeste stress voortkomt uit dissociatie. Liggend in mijn bed kijk ik naar mezelf als in een film waarin ik dingen doe of ga doen. Het zet mij in een staat van paraatheid en alertheid die me helpt als het zover is, maar die me nu wakker houdt. Voor anderen kan juist dit ‘dissociëren’ van de situatie de spanning verminderen. Ze kunnen afstand nemen om bijvoorbeeld meer overzicht en grip te krijgen. Voor mij werkt dat niet zo.
Ik kan me veel beter associeren. Ik merk dat de spanning meteen verdwijnt als ik ‘in’ de situatie ben. Zodra ik aan het stuur zit van de ervaring is er geen stress meer. Dan is er de flow van de vergadering, van het gesprek of van het schrijven. In het hier en nu heb ik geen zorgen. In het hier en nu van mijn warme bed val ik onmiddellijk in slaap.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.