Cashewnotendieet

Op Nieuwjaarsdag deed ik de nulmeting. Met een pond schaamrood op de kaken noteerde ik toen een nettogewicht van 99 kilo, ruim zes kilo boven mijn normale gewicht. Ik houd niet zo van goede voornemens, maar ik nam me in ieder geval voor om in het voorjaar een vervolgmeting te doen.
Sindsdien voel ik elke dag wel een keer aan het vetrandje op de heupen of controleer ik of ik mijn buikje nog in kan trekken. Al die ijdele aandacht heb ik beschouwd als tussenmetingen. Vandaag op 1 april, na precies drie maanden zoek ik de roestige weegschaal op voor een officiële éénmeting.
Mijn dieet was eenvoudig. Het bestond uit drie regels.
Ten eerste: eet niet anders dan anders. Dus geen brooddieet, sapkuur of poedertjes; ik heb de afgelopen maanden gewoon alles gegeten wat voor mijn neus werd gezet. Hagelslag, taart, pinda’s, (vegetarische) spareribs, sorbets, patat. Ik sloeg niets af. De enige discipline: stop met eten als je genoeg hebt gehad. Vaak genoeg at ik niet vanwege de trek, maar om maar iets te doen te hebben.
Ten tweede: blijf voetballen. Iedereen weet dat je daar niet vanzelfsprekend van afvalt, omdat je van sport honger krijgt en voetbal een stevige derde helft kent, maar het is goed voor de moraal. Je gezond voelen is namelijk minstens zo belangrijk als gezond zijn. Gecombineerd met een beetje hardlopen en vooral veel fietsen naar het werk, leverde ik in ieder geval mentaal zomaar een kilo in.
Ten derde: drink geen alcohol. Dat is het sterkste wapen in het gevecht om de kilo’s. Ook al at ik in de vastentijd elke dag een zak cashewnoten (zie regel één), als ik dat deed bij een pot groene thee in plaats van bier of wijn, dan voelde ik mijn wangen invallen.
En dan nu het resultaat. Ik noteer vandaag in mijn logboek: 91 kilo, schoon aan de haak. Dat is een nieuw persoonlijke record. Met Pasen mag de bierkraan weer open.

Dit bericht is geplaatst in verbinding en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.