Plot (2)

Schrijver heeft nog eens nagedacht over de perfecte moord van gisteren. Dat kent nog vele zwakke plekken. Om er maar een paar te noemen: waar slaat hij hem mee op zijn hoofd en waar laat hij vervolgens dat moordwapen? Hoe zorgt hij dat hij niet betrapt kan worden tijdens het misdrijf? Er zetten toch meer buren hun bak buiten? Er hoeft ook maar iemand uit het raam te kijken.
Nee, het is verre van perfect. Zelfs het enige waar hij tot nu toe goed over heeft nagedacht, klopt al niet aan het plot. Waar laat je het lijk? Het wegwerken van het lijk is wel heel belangrijk, want daaraan zie je meestal meteen dat er een moord is gepleegd.
De standaard vuilnisbak in Almere is daar niet geschikt voor. Dat is namelijk een duobak: in het midden zit een schot dat het groene afval scheidt van de rest. Zo’n halve bak is erg krap voor een volwassen lijk. Je kunt bij de gemeente een extra grote groenbak bestellen als je erf groter is dan 500 vierkante meter. Enkele buurtgenoten hebben dat. De schrijver niet. Hij moet dus zo’n bak van de buren uitkiezen op de verzamelplaats. Maar die moet er in de winter dan wel bijstaan, en liefst halfvol.
Hoe langer hij er over nadenkt, hoe ongeloofwaardiger de toedracht; het hangt van toevalligheden aan elkaar. Op zich is toeval een belangrijke variabele in elke moordzaak, maar hij wil in ieder geval beginnen met een perfecte moord. Die is in principe onoplosbaar. Ook in de ogen van de lezer. Vervolgens is er een volhardend rechercheur met een grote fantasie, die zelf schrijver had willen worden. En daar ligt dan de sleutel van de ontknoping.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.