Inktvlek

Op het computerscherm zat in een hoek een grote blauwe vlek. Eerst dacht ik nog dat het scherm kapot was, maar het zat aan de buitenkant. Toen zag ik ook de blauwe spetters op de boekenplank en op het driedelig Nederlandstalig woordenboek dat erop stond. Ik wreef er met mijn vinger over, maar dat moet je niet doen met een inktvlek.
De ravage in de werkkamer bleek groter. Ik zag nu hoe een diagonaal spoor van blauwe spetters door de werkkamer liep. Het zat op het nachtkastje naast de bedbank, op het snoer van de oplader, op de luxaflex, op de verwarming, op de werktafel, op het toetsenbord, op het pennenbakje, het scherm, de boekenplank en de woordenboeken. De werkkamer leek op een plaats delict, waar een moord was gepleegd op iemand met blauw bloed.
En toen zag ik ook het corpus delicti liggen, aan het eind van de diagonaal, in een hoekje, op het zwarte kastje met de vijf laatjes. De blauwe inktcartridge gewikkeld in drie lagen wc-papier lag in een plasje blauw, dat langzaam achter de doos over de witte muur liep en daar in het stucwerk trok.
Ik haalde een washandje uit de badkamer en begon te redden wat er te redden viel. Maar er was weinig te redden. Als de blauwe inkt ergens in kon trekken was dat al gebeurd en waar het al opgedroogd was, was het als drukwerk.
Mijn mooie werkkamer was van de ene dag op de ander veranderd in een oud studeerhokje uit het precomputer-tijdperk, toen ik nog met een vulpen schreef en je blauwe inktpatronen kon kopen in pakjes van vijf. Hoe kan dit?
Het forensisch onderzoek gaat verder. Wat er in de werkkamer met de inktcartridge is gebeurd en wie ik daar de schuld van kan geven, is nog onduidelijk. Misschien is er een lezer die daar meer van weet.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.