Hobby

‘Schrijf je nu iedere dag een blog?’, vroeg een collega verbaasd. ‘Ja, tot nu toe lukt dat nog’, zei ik. ‘Is het een soort hobby?’ Dat was een moeilijke vraag. ‘Misschien’, zei ik, ‘misschien ook niet.’ En daarna begon ik over een ander onderwerp.
Op de fiets naar huis dacht ik erover na. Het woord ‘hobby’ heeft geen goede klank. Sinds we linkse en rechtse hobby’s kennen, is een hobby een nutteloze liefhebberij, iets dat je niet serieus kunt nemen. Als iemand het over zijn hobby heeft, dan gebruikt hij het woord niet. Gebruikt hij het woord wel, dan relativeert hij zichzelf, ‘Ach, een man moet een hobby hebben.’
Tijd om het woord op te zoeken. Wat zegt Wikipedia? Hobby blijkt een dier te zijn. Een valk of een paard. Voor de jacht dan waarschijnlijk. ‘Maar het kan ook komen van hobby horse’, zegt Wikipedia, ‘een hobbelpaard’. Dat bevestigen meer bronnen. En dat past goed bij het Nederlandse woord stokpaardje. Iets dat je leuk vindt om te berijden. Daarmee is het woord etymologisch verklaard.
Blijft nog de vraag waarom hobby niet zo goed klinkt. Het heeft iets oubolligs. Het heeft de geur van postzegels verzamelen en schellekoorden borduren. Of dammen! Ik las gisteren op Facebook dat één van mijn voetbalvrienden vroeger een wedstrijddammer was. Dat hoor je nooit meer. Na Ton Sijbrands, Harm Wiersma en Jannes van der Wal is die sport in de vergetelheid geraakt. Als er nog iemand damt, dan is dat hoogstens een hobby. Nu beledig ik misschien alle dammers, maar dat is wat je doet als je iets een hobby durft te noemen.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.